Aan de hand van dit verhaal gaan de groepen 1 en 2 op onderzoek uit naar verschillende bloeiende bloemen en planten op het landgoed. Uiteraard wordt er paardenbloempluis geblazen en volgen de kinderen de pluisjes in de wind. Er is aandacht voor kleur van de bloem en de aantrekkingskracht ervan op de insectenwereld. De kleuters kruipen even in de huid van de bij, de vlinder en het lieveheersbeestje. Spelenderwijs ontdekken de kinderen het belang van bloemen en planten voor de insecten en het nut van deze kleine beestjes in de natuur.
Na de speurtocht over het terrein is er voor alle kinderen een bloemenpers. De kinderen leren hoe je bloemen plukt en droogt en welke vorm een bloem of een blad heeft. Ook is er aandacht voor de onderdelen van de plant: wortel, stengel, blad, bloem. Dit wordt vormgegeven door een met de handgemaakte puzzel in de primaire kleuren blauw, rood en geel. Er doen 350 kinderen mee aan de les.