Openbare verlichting of ander kunstlicht kan onbedoeld zorgen voor lichthinder of lichtvervuiling. Vaak kan het voorkomen worden. Gezamenlijk kunnen we energie besparen, zorgen voor minder lichthinder en lichtvervuiling voorkomen.
Hoe gaan we om met verlichting om lichthinder en lichtvervuiling te voorkomen
We gaan voortaan zo om met lichthinder en lichtvervuiling:
- We willen onnodige lichthinder en lichtvervuiling voorkomen. Dat kunnen we niet alleen, maar samen met onze inwoners en ondernemers.
- We verzoeken om bewuster met licht en donkerte om te gaan. Dit kan bijvoorbeeld door:
- Alleen buiten te verlichten als het echt nodig is
- Het licht goed te richten en af te schermen
- En later op de avond het licht te dimmen
- We hanteren onder andere de richtlijn ‘Lichthinder’ van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde. Hierin staat hoeveel licht op de gevels van huizen mag komen. Per gebied is dit verschillend.
Lichthinder
We spreken van lichthinder als een lichtbron hinder veroorzaakt. Dit kan een lantaarnpaal zijn die in een woning schijnt.
Oostervoort in Winterswijk met een lantaarnpaal die in een woning schijnt. De woning wordt hierdoor ook van binnen ongevraagd verlicht.
Lichthinder heeft ook effect op de flora en fauna. Bijvoorbeeld licht van sportveldverlichting dat verkeerd is afgesteld. Het schijnt dan de natuur in. Dit verstoort het leven van planten en dieren met een verandering van de leef kwaliteit, ontregeling van biologische ritmes, desoriëntatie en aantrekking door licht (met mogelijk fatale afloop voor onder andere vogels en insecten).
Lichtvervuiling
We spreken van lichtvervuiling of ook wel horizonvervuiling als er een gloed van licht van verre zichtbaar is boven een gebied. Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door kassen, stallen, sportvelden, bedrijven of andere lichtbronnen. Op onderstaande foto is dat duidelijk te zien.
De gloed van de verlichting in een kas.