‘Duurzaamheid betekent dat de keuzes die gemaakt worden aansluiten op de behoeften van het heden, zonder dat het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar wordt gebracht.’
Een duurzame samenleving in 2050. Dat is een samenleving zonder negatieve invloed op het klimaat en zonder verspilling van materialen en grondstoffen.
In 2030 wil Winterswijk energieneutraal zijn. Voor energie betekent dit dat we alle energie die we als samenleving nodig hebben lokaal en duurzaam opwekken uit zon, wind en warmte. De kan alleen samen met inwoners en ondernemers. De eerste stap is het huidig energieverbruik drastisch te verminderen. Dat kan met het isoleren van onze woningen, kantoren en bedrijfspanden bijvoorbeeld en het inzetten van energiezuinige en efficiënte apparaten. Maar ook door anders naar de openbare verlichting te kijken. We kunnen allemaal direct beginnen met bewust kijken naar ons huidig energieverbruik om verspilling tegen te gaan.
Al in 2030 moet de gemeentelijke organisatie volledig duurzaam zijn: dus géén negatieve invloed meer uitoefenen op het klimaat en alle (afval)materialen en producten hergebruiken.
Hoe gaan we om met duurzaamheid en verlichting
Voortaan gaan we bij onze verlichting zuiniger om met energie door:
- Vaker het licht uit te doen.
- Energiezuinige en efficiënte lichtbronnen te gebruiken.
- Te dimmen na de spits.
- Onnodige lichthinder en lichtvervuiling te voorkomen.
- Niet te verlichten, tenzij dat voor de verkeersveiligheid nodig is en er geen andere oplossing is.
- Alternatieven te gebruiken zoals kattenogen, belijning, markering, reflectie.
- Waar het kan lichtpunten binnen en buiten de bebouwde kom weg te halen, in overleg met gebruikers.
- Nieuwe materialen zo duurzaam mogelijk en energiezuinig te maken (minimale CO2 uitstoot). Dit laatste is afhankelijk van het aanbod van leveranciers.
- Anderen te stimuleren om hetzelfde te doen: bewust om te gaan met verlichting om energieverspilling te voorkomen (uitzetten waar het kan, inzetten van sensors en gebruik te maken van duurzame, energiezuinige en efficiënte lichtbronnen).
- Te blijven doorgaan met het verder verduurzamen van de openbare verlichting en bewuster te kijken naar waar wel en waar geen verlichting nodig is. Per situatie kijken we wat de beste oplossing is die past in de omgeving, binnen het budget en de fase van de techniek.
- Nieuwe technieken die op de markt komen toe te passen wanneer deze bijdragen aan de andere doelen als energiebesparing, duurzaamheid, leefbaarheid en dergelijke. We stimuleren nieuwe ontwikkelingen door pilots te doen wanneer deze geschikt zijn om in de verlichting toe te passen. We houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en onderhouden ook contacten met de technische opleidingen in ons gebied. We onderzoeken om voor 2025 mee te doen aan de Light Challenge. Een en ander is afhankelijk van de personele bezetting en het thema van deze wedstrijd.
- Bij de aanschaf van masten, armaturen en andere producten te kijken welke het meest circulair is die wel voldoet aan de eisen met betrekking tot licht, onderhoud, garantie, verkrijgbaarheid en dergelijke. We dagen de markt uit waar mogelijk.
Pijlers van duurzaamheid
Ons duurzaamheidsbeleid is gebaseerd op 5 pijlers:
- Energietransitie: We treffen maatregelen om de opwarming van de aarde tegen te gaan, onder andere door geen fossiele brandstoffen meer te gebruiken.
- Kilmaatadaptatie: We treffen maatregelen tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte en extreme neerslag.
- Kringlopen (circulariteit): We stimuleren het gebruik van hernieuwbare materialen, zodat er minder vervuiling en verspilling optreedt.
- Biodiversiteit: We geven planten en dieren meer leefruimte door schoolpleinen, wijken en buurten te vergroenen.
- Cultuurhistorie: We beschermen en versterken cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten van Winterswijk.
Energieakkoord
Naast onze ambitie en die van de omliggende gemeenten, is er ook het landelijke Energieakkoord.
Het Energieakkoord (2019) houden afspraken in dat we in 2030 50% energie besparen (ten opzichte van 2013). Dat is een flinke opgave. Ook moeten we sinds 2020 al 40% slimme verlichting en 40% energiezuinige verlichting hebben staan. Dat hebben we inmiddels gerealiseerd.
De openbare verlichting beslaat ongeveer 35% van het energieverbruik van de gemeente. Een energiezuinige openbare verlichting levert dus een aanzienlijke bijdrage aan het beperken van de energievraag. Door alleen ledverlichting toe te passen halen we de doelstelling in 2030 niet.
Akkoord van Groenlo en de regionale uitvoeringsagenda
In het Akkoord van Groenlo is afgesproken dat we in 2030 50% minder CO2 uitstoten (ten opzichte van 2013) en in 2050 klimaatneutraal zijn. Regionaal wordt hiervoor een energieloket en een energiefonds opgericht om gezamenlijk de verduurzaming van de bouw te stimuleren en het opwekken van duurzame energiebronnen te bevorderen.
Ledverlichting
Sinds een aantal jaren zijn er voor de openbare verlichting ledlampen. Voor verlichting in huizen is de led al meerdere jaren op de markt. Leds zijn kleine lichtpuntjes die veel en efficiënt licht geven.
Een ledje
Led kun je goed dimmen en geeft direct het volle vermogen. Het is heel gericht licht, waardoor het soms op straat lijkt of het minder licht geeft. Terwijl het juist meer licht op straat geeft dan bij de oude verlichting. Soms zie je geen licht als je de straat in kijkt terwijl het er wel is. Dat komt omdat de andere, oudere, lichtbronnen meer strooilicht, geven. De voortuinen en gevels van huizen werden dan vaak ook verlicht. Veel mensen vinden dat hinderlijk. Door de ledverlichting is het licht meer gericht, waardoor gevels van huizen niet meer verlicht worden.
Waliënsestraat: ledverlichting, gericht licht op de weg
Leds zijn in verschillende kleuren verkrijgbaar. Hoe blauwer het licht, hoe energiezuiniger en efficiënter het licht is. Door het toepassen van ledverlichting neemt het energieverbruik af, maar ook de onderhoudskosten nemen sterk af. Een ledarmatuur kan lang meegaan (circa 20-25 jaar), terwijl de andere lampen tussen de 3 en 8 jaar meegaan (bijvoorbeeld sox of pll lampen). Deze laatste soort wordt niet meer gemaakt vanaf 2023.
We hebben de afgelopen al veel verlichting voorzien van ledverlichting. Soms een heel nieuw armatuur en soms alleen een ledlamp. Deze losse ledlampen gaan tussen de 5 en 8 jaar mee. Daarna wordt het armatuur vervangen.
Beperken van lichthinder voor flora en fauna
Een overdaad aan kunstlicht in de nacht kan een bedreiging zijn voor de biodiversiteit in de natuur. Het verstoort het leven van planten en dieren. Gevolgen van deze verstoring kunnen onder meer zijn: verandering van de leef kwaliteit, ontregeling van biologische ritmes, desoriëntatie en aantrekking door licht (met mogelijk fatale afloop voor onder andere vogels en insecten).
Het donkere, nachtelijke leven is voor het in stand houden van soorten en ecosystemen even belangrijk als het leven overdag. De bescherming van de duisternis en het donkere landschap valt onder de Wet Milieubeheer/Activiteitenbesluit en onder de zorgplicht.
Circulaire economie
In de huidige situatie maken we, gebruiken we en gooien we weer weg. Dit noemen we een lineaire economie. Het tegenovergestelde is een circulaire economie. Daarbij onttrekken we grondstoffen maar een keer aan de omgeving, om ze daarna steeds opnieuw te gebruiken. Afval bestaat in de circulaire economie dus niet meer. De natuur is van zichzelf al circulair. Doordat de wereldbevolking en welvaart toenemen, is het steeds belangrijker om efficiënt om te gaan met grondstoffen. Dan belasten we het milieu minder en ontstaat er geen tekort aan materialen.
We stimuleren dat grondstoffen opnieuw gebruikt worden. Bij de aanschaf van masten, armaturen en andere producten kijken we welke het meest circulair zijn en wel voldoen aan de eisen met betrekking tot licht, onderhoud, garantie, verkrijgbaarheid en dergelijke. We dagen de markt uit waar mogelijk.
Ook hebben we onze inwoners en ondernemers nodig. Door met elkaar in gesprek te gaan, kunnen we stappen zetten. Welke materialen zijn zo duurzaam mogelijk, gegeven de situatie en markt. Daarbij kijken we naar de hele cyclus van winning, productie, gebruik, verwijderen en hergebruik van materialen.